Santiago Calatrava, architectuur van wereldformaat

Dinsdag 8 oktober 2024, 20.00 uur

Scheppingskerk, Van Poelgeestlaan 2, Leiderdorp

Lezing door Marcel Teunissen

Organische architectuur van wereldformaat: het werk van Santiago Calatrava 

Na 1990 doorbrak de Spaanse architect Santiago Calatrava (1951) een lange traditie van bruggen en stations die in de regel door civiele ingenieurs werden ontworpen.

Met bouwtechnisch vernuftige constructies in vloeiende vormen werden de grenzen van de architectuur verkend. Het oeuvre werd na 2000 uitgebreid met openbare gebouwen als musea en theaters, maar ook met iconische woongebouwen. Het grootste project is een ensemble van culturele gebouwen in Valencia, de geboortestad van Calatrava.

Valencia, Centrum voor Kunsten en Wetenschappen

  Milwaukee Kunstmuseum

De laatste jaren wordt de steeds spectaculairdere vormentaal toegesneden op verduurzaming en klimaatadaptief bouwen.

Manifestatie 'de toekomst van de nieuwe Haagse School'

 

 

Drs. Marcel Teunissen (Den Haag, 1961) is als architectuurhistoricus gespecialiseerd in de Nederlandse architectuur en stedenbouw van de 19e en 20ste eeuw. De laatste jaren heeft hij zich toegelegd op de architectuur van Nederlandse ziekenhuizen. Hij is sinds 2008 actief als zelfstandig onderzoeker, docent, studentenbegeleider aan de TUD, publicist en excursieleider. Van zijn hand verschenen onder meer de boeken Schoone Eenheid (2008), Welstand en Monumentenzorg in Den Haag (2010), Chinese Muur 50 jaar (2015), De Papaverhof van Jan Wils (2017, 100 jaar Nieuwe Haagse School (2018), 100 jaar modern Den Haag en Bergen architectuur,

Momenteel werkt hij in teamverband aan een multimediaal project waarin alle Nederlandse architectuur in het buitenland wordt geïnventariseerd en beschreven: Dutch Architecture Abroad.


Farah Diba, keizerin van Iran

Dinsdag 10 september 2024, 20.00 uur, Scheppingskerk, Van Poelgeestlaan 2, Leiderdorp

Lezing over Farah Diba, keizerin van Iran, door kunsthistorica Karin Braamhorst

Farah Pahlavi is volgens veel Iraniërs nog steeds hun koningin. Ze was een jonge architectuurstudente in Parijs toen ze de Sjah ontmoette. Ze is twintig jaar getrouwd geweest met Sjah Mohammed Reza en haar invloed was zeer groot. Samen streefden ze ernaar om van Iran een progressief modern land te maken. Haar rol was gericht op de bevordering van de Iraanse cultuur. Tot op de dag van vandaag is in Iran voelbaar hoeveel zij heeft betekend voor het land.

In deze lezing wordt haar aandeel in de modernisering van Iran belicht. Farah Pahlavi is een uiterst verrassende en veelzijdige vrouw met een interessant en inspirerend verhaal.
Karin Braamhorst heeft vele malen reizen naar Iran begeleid. Haar verhalen en beelden geven je onmiddellijk het gevoel dat je met haar meereist naar dit mysterieuze land en haar onvergetelijke koningin.

Karin Braamhorst geeft lezingen voor uiteenlopende opdrachtgevers. Daarnaast geeft zij rondleidingen in musea, cursussen en begeleidt reizen. De kunstgeschiedenis is een schatkamer waarin pareltjes te vinden zijn die zij wil delen met de wereld. De diversiteit van haar werk heeft haar altijd geïnspireerd en heeft haar doen groeien tot een zeer breed inzetbare kunsthistorica. Haar eigen bedrijf weerspiegelt haar ambitie. Haar ‘voelsprieten’ tasten bijvoorbeeld de social media af waardoor zij nieuwe strategieën of inhoudelijke invalshoeken opdoet. Het liefst ontwikkelt zij innovatieve ideeën die zij zorgvuldig uitwerkt tot concrete projecten. Haar verhalen en presentaties zijn persoonlijk; zij ontwikkelt al haar materiaal zelf. Karin Braamhorst vertelt verhalen van schoonheid en troost. Als kunsthistorica onderzoekt zij al jaren prachtige beelden en verhalen van kunstenaars uit alle tijden. Kunst gaat over ons. Altijd.

 

 

 

 


Wandtapijten ontrafeld

Dinsdag 11 juni, 20.00 uur, Scheppingskerk, Van Poelgeestlaan 2, Leiderdorp
Wandtapijten ontrafeld, warm, fabelachtig en prestigieus
Lezing door kunsthistorica Sophie Tutelaers

Wandtapijten… direct sluipt het synoniem gobelin in uw hoofd, maar hoe zit dat? En is het tapijt van Bayeux eigenlijk wel een tapijt? De hoogtijdagen voor wandtapijten waren de 14e en de 18e eeuw. Op prestigieuze plekken, zoals kastelen, landhuizen en kerken

Envers de la pièce 2, scène 27 de la tenture de l'Apocalypse

vervullen de tapijten allereerst een praktische rol: ze hielden de koude en vaak tochtige huizen warm. Maar zoals dat vaker gaat met een prachtig kunstnijverheidsobject, ook het wandtapijt werd een prestige object. Toen de hertog van Alva zich realiseerde dat hij een origineel werk van Jeroen Bosch niet kon verwerven, liet hij een wandtapijt maken als kopie. De tapijten waren een teken van goede smaak, vreselijk duur, immers gemaakt van zijde, wol, zilver- en gouddraad, maar bovenal ook handzaam.

De hooggeplaatste adel had vaak een ambulant hof en zo werd ieder vreemd kasteel een echt “thuis” en kon de heer direct zijn rijkdom etaleren. De hertog van Bourgondië Karel de Stoute maakte het zelfs zo bont dat hij tijdens zijn laatste veldtocht een fabelachtig tapijt meenam. Een pronkstuk van de latere oorlogsbuit.

De laatste jaren beleeft het wandtapijt wederopstanding. Grayson Perry’s werken geven een direct, vaak zelfs wrang beeld van onze tijd. De symboliek die aan een wandtapijt kleeft,  zorgt ervoor dat het voor het verhaal van deze kunstenaar een zeer effectief medium is. Verschillende andere hedendaagse kunstenaars zoeken deze frictie van autonoom werk en ambachtelijk werkstuk de laatste tijd op. Ga mee op een reis door de kunstgeschiedenis langs magische tapijten.

 

Sophie Tutelaers (1977) studeerde Kunstgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen. Deze studie sloot ze af met een materiaal-technische studie naar schilderijen, tekeningen en aquarellen van Vincent van Gogh in de collectie van het Kröller-Müller Museum. Na het behalen van haar eerstegraads onderwijsbevoegdheid aan de Radboud Universiteit van Nijmegen geeft Sophie cursussen kunst- en architectuur­geschiedenis, lezingen rond kunsthistorische onderwerpen en begeleidt ze excursies in verschillende musea. Sinds 2013 verzorgt zij lezingen in het Noordbrabants Museum bij grote tentoonstellingen, zoals Hieronymus Bosch.

 

 


Anton de Kom

Foto boven: wandschildering Hedy Tjin

Dinsdag 14 mei 2024, 20.00 uur
Scheppingskerk, Van Poelgeestlaan 2, Leiderdorp
Lezing door Garrelt Verhoeven en Paul Day

Lezing naar aanleiding van de tentoonstelling 'Strijden ga ik, Anton de Kom en de Surinaamse Studenten Unie' in de Lakenhal, Leiden.

Manifest in roofdruk. Anton de Kom en Surinaamse Studenten Unie in Leiden

In deze lezing vertellen oud-lid van de Surinaamse Studenten Unie Paul Day en boekhistoricus Garrelt Verhoeven (Universitaire Bibliotheken Leiden) het verhaal over de bijzondere rol die Leiden speelde in de herwaardering van Anton de Kom. In 1934 publiceerde De Kom zijn antikoloniale manifest Wij slaven van Suriname (Amsterdam, uitgeverij Contact, 1934), een uitermate belangwekkend boek in de Surinaamse vrijheidsstrijd. Een jaar eerder was De Kom door het koloniale bestuur in Suriname het land uitgezet en vertrok hij met zijn gezin naar Nederland. Tijdens de Tweede Wereldoorlog sloot De Kom zich aan bij het verzet en zette hier zijn strijd tegen onrecht voort. In 1944 werd hij gearresteerd en opgesloten in het Scheveningse Oranjehotel en later overgeplaatst naar kamp Vught. Op 24 april 1945, luttele weken voor het kamp werd bevrijd, overleed De Kom in Kamp Sandbostel in Duitsland.

Anton de Kom behoort nu tot de Canon van de Nederlandse Geschiedenis en speelt ook een grote rol in dit herdenkingsjaar van het Nederlands slavernijverleden. De kiem voor de herwaardering van Anton de Kom werd gelegd in het Leiden van de jaren ’60 van de vorige eeuw, waar veel Surinaamse studenten kwamen studeren aan de Leidse Universiteit. Zij verenigden zich in de Surinaamse Studenten Vereniging, waaruit enkele jaren laten de Surinaamse Studenten Unie voortkwam.

Anton de Kom gefotografeerd door zijn vriend, ontwerper Piet Zwart.

Zij ontdekten het meesterwerk van De Kom in de Universiteitsbibliotheek aan het Rapenburg in Leiden, en besloten om het boek opnieuw uit te geven. In deze lezing vertellen Verhoeven en Day over de SSU, de ontdekking van Wij slaven van Suriname en de bijzondere manier waarop zij het boek opnieuw publiceerden en over het blijvende belang van De Kom in de Surinaamse en Nederlandse geschiedenis. De lezing met een presentatie in PowerPoint sluit aan bij de gelijknamige tentoonstelling die momenteel (tot begin juli) in Museum De Lakenhal in Leiden te zien is.

Zie ook een kort filmpje over de expo met Garrelt Verhoeven en Paul Day: https://www.youtube.com/watch?app=desktop&v=R-D5X2v3LlY

 


Bourgondische hertogen, pracht en praal

Dinsdag 9 april 2024, 20.00 uur, Scheppingskerk, Van Poelgeestlaan 2, Leiderdorp
Lezing door kunsthistoricus Martijn Pieters

Pracht en praal onder de Bourgondische hertogen (1364-1419)
Een kennismaking met de kunst van rond 1400.

Door de schenking van het hertogdom Bourgondië aan de Franse koningszoon Philips de Stoute werd er een nieuwe dynastie gesticht, die na de dood van Karel de Stoute in 1477 in het Habsburgse Rijk zou opgaan. De hertogen omringden zich met een ongekende pracht en praal, die hun status moest onderbouwen. Verluchte handschriften, juwelen, reliekhouders, gesneden en geschilderde altaarstukken vonden hun weg naar het

Bourgondische hof en naar de door hen begunstigde kloosters en kerken. Vooral het mecenaat van de eerste twee hertogen, Philips de Stoute (1342-1404) en zijn zoon Johan zonder Vrees (1371-1419) is goed gedocumenteerd door de stichting van de Chartreuse de Champmol bij Dijon. Hofkunstenaars, Jean de zorgden met hun vaardigheden voor grote veranderingen en vernieuwingen in de kunst, zoals dat nu nog te zien is in de beroemde pleurants (rouwfiguren) van de hertogelijke graftombes in het museum in Dijon. Ook het portaal van Champmol en de profeten van de Mozesput aldaar behoren tot de beste werken van rond 1400, waarin een tot dan toe ongekend realisme weergegeven werd.

 

Martijn Pieters (*1972) studeerde en doceerde kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam, waar hij zich specialiseerde in de kunst der Middeleeuwen, in het bijzonder de schilderkunst van de Vlaamse primitieven en de wandschilderingen uit de late Middeleeuwen. Als zelfstandig kunsthistoricus geeft hij al jarenlang voor uiteenlopende groepen lezingen, cursussen en rondleidingen over algemene en specialistische onderwerpen uit de kunstgeschiedenis, in het bijzonder die van de Middeleeuwen. Daarnaast heeft hij een ruime ervaring in het begeleiden en ontwikkelen van kunst- en cultuurhistorische reizen, die naar vele uiteenlopende plaatsen en gebieden in Duitsland en recentelijk ook naar Bourgondië in Frankrijk leiden.

Onderschriften bij de afbeeldingen:

  1. Claus Sluter en Claus de Werve, Mozesput, 1395-1404, Dijon, Chartreuse de Champmol
  2. Claus van der Werve, Pleurant voor het grafmonument van Filips de Stoute, 1384-1410, albast, h: 41 cm, Dijon, Musée des Beaux-Arts

 


Frans Hals

Dinsdag 12 maart 2024, 20.00 uur 
Scheppingskerk, Van Poelgeestlaan 2, Leiderdorp
Lezing door Krzysztof Dobrowolski-Onclin

Frans Hals, synoniem van de rake, losse toets en de gulle lach

Eigenlijk behoeft Frans Hals weinig introductie. Hij liet een groot oeuvre na, zijn werk is in vooraanstaande Nederlandse collecties te vinden en hij stond op het biljet van tien gulden. De meeste mensen denken bij de naam Frans Hals bovendien al snel aan zijn stijl: losse streken met het penseel en rozige, lachende gezichten.

Frans Hals werd in 1582 geboren in Antwerpen, maar na de val van de stad voor de koningsgezinde troepen, kwam het gezin in Haarlem. Daar werd Frans Hals in 1610 lid van het gilde en specialiseerde zich in portretten. Voor Haarlemse schutterijen maakte hij meerdere groepsportretten, maar hij schilderde ook regenten, echtelieden en anonieme mensen (zgn. tronies). Toen hij in 1666 overleed, was hij een bekende man. Hij had met zijn stijl meerdere collega’s beïnvloed en zelfs postuum zou zijn roem een lang leven beschoren zijn. De losse schilderstijl en de soms ongedwongen composities vielen namelijk in de smaak bij de negentiende-eeuwse impressionisten.

Het Rijksmuseum toont tussen 16 februari en 9 juni zo’n 50 werken van Frans Hals, waarvan het grootste deel bruiklenen uit andere collecties zijn. In deze lezing leidt Krzysztof Dobrowolski-Onclin het leven en het oeuvre van Frans Hals bij u in en haalt ook schilderijen aan die niet op de tentoonstelling hangen. Bovendien laat hij werk zien van Hals’ collega’s, zoals Adriaen Brouwer, Judith Leyster en Johannes Verspronck.

 

Krzysztof Dobrowolski-Onclin is cum laude afgestudeerd in de kunstgeschiedenis en Franse letterkunde en heeft aan de universiteiten van Amsterdam, Parijs en Krakau gestudeerd. Sinds 2006 geeft hij cursussen en lezingen over kunstgeschiedenis zonder zich tot een specialisme of een onderwerp te beperken. Hij is vrijwilliger bij het COC Amsterdam en werd in 2019 benoemd tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau.

 


Japan op de gevoelige plaat

Dinsdag 13 februari 2024, 20.uur

Scheppingskerk, Van Poelgeestlaan 2, Leiderdorp

Lezing door Max Put

‘Japan op de gevoelige plaat, 19de -eeuwse foto’s uit de Kurokawa collectie’

Begin maart 1854 verschenen de Amerikanen voor de tweede keer voor de kust van Japan met een squadron oorlogsschepen om het land te dwingen zich open te stellen voor handel met het westen. De fotograaf Eliphalet Brown was meegestuurd om de gebeurtenissen vast te leggen op de gevoelige plaat. De onderhandelingen namen dagen in beslag en op 12 maart meldde zich bij Eliphalet een gedistingeerd ogende Japanse heer, die hem met hulp van een tolk tot zijn verbazing vroeg of hij bromium of jodium gebruikte voor zijn fotografische platen. Fotografie bleek al zo’n vijf jaar eerder via de Nederlandse handelsvestiging op Deshima bij Nagasaki in Japan te zijn geïntroduceerd!

Tot 4 maart 2024 heeft Japan museum Het Sieboldhuis een tentoonstelling van 19de-eeuwse Japanse foto’s uit een van de grootste particuliere collecties op dit gebied ter wereld. De tentoonstelling biedt een fascinerend overzicht van de stormachtige ontwikkeling van de fotografie in Japan. Dit was deels te danken aan buitenlandse fotografen als Felice Beato en diens leerling Raimund von Stillfried, die succesvolle studio’s vestigden in Yokohama, hét centrum van de handel met het westen. Ze kregen echter al snel concurrentie van Japanse fotografen, niet zelden voormalige leerlingen. In de lezing maken we kennis met deze soms kleurrijke pioniers van de Japanse fotografie. Hun vaak fraai met de hand ingekleurde foto’s vonden gretig aftrek bij de buitenlanders die in Yokohama verbleven. Ze geven een boeiend beeld van een land dat enerzijds een sprookjesachtig middeleeuws rijk leek, maar zich in dezelfde periode razendsnel ontwikkelde tot een ‘moderne’ natie.

 

Kunsthistoricus Max Put is afgestudeerd in Leiden (2000), vakgroep Kunstgeschiedenis, op een studie naar de rol van verzamelaars en kunsthandel in de verspreiding van het Japonisme in de late 19e en vroege 20e eeuw, in 2000 gepubliceerd als ‘Plunder and Pleasure. Japanese Art in the West 1870-1930’, (Hotei Publishing, Brill, 2000).
Sinds 2007 is hij als zelfstandig kunsthistoricus en docent kunst- en architectuurgeschiedenis werkzaam voor o.a. de Vrije Academie in Amsterdam en andere organisaties op het gebied van cultuureducatie.


De oorsprong van het westerse theater

Dinsdag 9 januari 2024, 20.00 uur
Scheppingskerk, Van Poelgeestlaan 2, Leiderdorp
Lezing door Bart Vieveen

De oorsprong van het westerse theater

 

We weten niet precies wanneer, maar wel waar we de eerste vormen van westers theater kunnen situeren. Uit het oude Griekenland komt de term  ‘theatron’,  wat letterlijk ‘plaats om te kijken’ betekent. Bij theater gaat het om het vertolken van fictieve personages door een groep mensen, terwijl een andere groep toekijkt. Volgens Aristoteles (384-322 v.Chr.) ontstaat vanuit de religieuze rituele Dionysos-verering een theatertraditie die nog steeds doorklinkt in het moderne toneel.

In deze geïllustreerde lezing neemt Bart Vieveen u mee naar de wereld van de oude Grieken en Romeinen waarin de eerste bloedstollende tragedies geschreven werden, die tot op de dag van vandaag nog steeds met veel succes worden opgevoerd. We gaan terug in de tijd naar de eerste opvoeringen van de Oresteia van Aischylos, Antigone en de Oedipus-drama’s van Sophokles en Medea van Euripides  in het Dionysostheater aan de voet van de Akropolis in Athene. Daarnaast bekijken we ook hoe moderne theatermakers deze teksten op volledig eigen manier vormgeven.

 

Bart Vieveen studeerde Nederlands en Theaterwetenschap aan de Leidse Universiteit en promoveerde in 2019 in de literatuur- film en theaterwetenschap met de dissertatie De ontvoogding van de tragische held. Hij werkte bij het RO-theater en was rector/bestuurder van het Stedelijk Gymnasium Leiden. Sinds 2021 is hij freelance auteur, regisseur en dramaturg en geeft lezingen en colleges op het gebied van literatuur en theater.

 

 

foto bovenaan tekst: Dionysos collectie RMO
foto in tekst: Antigone en Polyneikos in Sophokles Antigone

 

 

 


Muzikale Meesterstukken

Dinsdag 12 december 2023, 20.00 uur, Scheppingskerk, Van Poelgeestlaan 2, Leiderdorp

Lezing door Cora Voogt-Hildering, Docent muziekgeschiedenis en Kunsthistorica

Muzikale Meesterstukken

Iedereen heeft wel eens een afbeelding van Orpheus gezien met een lyra onder zijn arm of Apollo met een harp-achtig instrument, een zogenaamde kithara, in zijn handen. Op schilderijen uit de Renaissance en de Barok zien we vaak musicerende vrouwen afgebeeld op allerlei instrumenten. Op vanitas-schilderijen zien we ook vaak een muziekinstrument afgebeeld, maar wat voor functie hadden deze instrumenten? Hoe klinken ze en wat voor muziek speelden die personen?

Muzikale symbolen en allegorieën en muzikale klanken gaan vaak hand in hand met de grote thema’s uit de klassieke mythologie. Ook in religieuze schilderijen geven zij een speciale boodschap af, zoals de kracht om te genezen of om een boodschap van harmonie en eenheid uit te beelden.

In de lezing “Muzikale Meesterstukken!” gaan we kijken én luisteren naar de instrumenten die op  schilderijen door de eeuwen heen zijn afgebeeld. Van lyra tot hurdy-gurdy en van panfluit tot virginaal. Een lezing met een lust voor het oog én het oor!

Dick van Baburen, Het Concert, 1621, Hermitage, St. Petersburg

 

Cora Voogt-Hildering – Docent muziekgeschiedenis en Kunsthistorica

Muziek en beeldende kunst is een wonderschone combinatie. Na haar studie aan het Koninklijk Conservatorium te Den haag is Cora Voogt eerst muziek- en vioolles gaan geven. In 2007 is zij begonnen met haar studie Kunstgeschiedenis aan de Universiteit Leiden. Zij heeft tijdens haar studie altijd  geprobeerd de link tussen muziek en beeldende kunst te leggen. En dat is altijd gelukt!

Bij de oorsprong van de kunst bestudeerde zij tevens de oorsprong van de muziek. Bij de colleges over islamitische kunst zocht zij naar de betekenis van de muziek in die religie. De kapitelen van Cluny hebben ook een speciale rol gespeeld tijdens haar studie en haar eindscriptie ging over de fuga, maar dan in de schilderkunst. Zij maakt dan ook gebruik van haar expertise in deze twee vakgebieden.

Foto in de balk: Victoria en zijn 9 Muzes, ca. 1580, Victoria & Albertmuseum, Londen
 


Juwelen schitteren aan het hof van de tsaren

Dinsdag 14 november 2023, 20.00 uur, Scheppingskerk, Van Poelgeestlaan 2, Leiderdorp
Lezing door kunsthistorica Karin Braamhorst

'Juwelen schitteren aan het hof van de tsaren'

Diamonds are a girl’s best friend - dat gold zeker in Russische hofkringen in de negentiende en vroeg  twintigste eeuw en niet alleen voor vrouwen. In tsaristisch Rusland konden ze er niet genoeg van krijgen.

Tijdens de lezing is er veel aandacht voor de fabelachtige collectie juwelen van museum De Hermitage in Sint-Petersburg. Een indrukwekkende verzameling die in de loop der eeuwen is uitgegroeid tot een heuse schatkamer met duizenden kostbaarheden. Daaronder zijn talloze persoonlijke bezittingen van de flamboyante, machtige tsarina’s zoals Elisabeth, Catharina de Grote en latere modebewuste tsarina’s. Een van de topstukken is het bloemenboeket van edelstenen (1740–50): een broche van tsarina Elisabeth met ruim 400 briljanten en meer dan 450 roosgeslepen diamanten, plus blauwe en gele saffieren, robijnen, topazen en smaragden. 

Catharina de Grote bezat een persoonlijke juwelenkist, een onwaarschijnlijk rijk meesterwerk, drie kilo  zwaar en bezaaid met bijna 400 kleurrijke edelstenen. Ook Anna Pavlovna (Paulowna), de ‘Nederlandse’ Romanov, koningin der Nederlanden tussen 1840 en 1849 bezat de nodige juwelen. Naast de Romanovs waren er ook andere schatrijke adellijke families uit de negentiende en vroege twintigste eeuw zoals de vorsten Joesoepov.  Samen waren zij bepalend voor de (inter)nationale modetrends en zetten ze de fameuze juwelenhuizen - Cartier, Lalique, Tiffany en natuurlijk hofleverancier Fabergé - nog zichtbaarder op de kaart.

 

Kunsthistorica Karin Braamhorst begeeft zich op de meest uiteenlopende terreinen van de kunstgeschiedenis. Zij geeft lezingen, cursussen, rondleidingen, begeleidt reizen en schrijft boeken. Het liefst ontwikkelt zij innovatieve ideeën, die zij zorgvuldig uitwerkt tot concrete projecten. Zij vertelt verhalen van schoonheid en troost. Als kunsthistorica onderzoekt zij al jaren prachtige beelden en verhalen van kunstenaars uit alle tijden. ‘Kunst gaat over ons. Altijd.’