De invloed van batik, gamelan, legong en wajang op de Nederlandse kunst en vormgeving.
Al in 1619 werd Batavia gesticht, maar pas eind 19e eeuw maakte Nederland kennis met de cultuur van Nederlands-Indië in de vorm van boeken, affiches, tentoonstellingen en dansvoorstellingen. Kunstenaars als Isaac Israëls maakte de Javaanse en Balinese dansen populair en Jan Toorop, de eerste Art Nouveau-kunstenaar in Nederland, gebruikte zijn Javaanse afkomst voor een hoogst originele wajangstijl die kunstenaars als Gustav Klimt inspireerde. De toepassing van batik op leer en perkament maakte het tot het kenmerkende element in de Nederlandse Art Nouveau, in het buitenland even hoog geprezen als de gamelan die op wereldtentoonstellingen te horen was en die generaties componisten heeft beïnvloed, van Debussy tot Britten. En dan hebben we het nog niet eens over Tjoklat en Javaanse Jongens.
Michel Didier (1960) is kunsthistoricus en heeft sinds 1987 een 800-tal artikelen en een handvol boeken geschreven over kunst, muziek, film en fotografie. Naast schilderkunst en muziek is zijn voornaamste specialisatie mecenaat en politiek. Momenteel werkt hij aan een boek over Art Nouveau en nationalisme.