Bourgondische hertogen, pracht en praal

Dinsdag 9 april 2024, 20.00 uur, Scheppingskerk, Van Poelgeestlaan 2, Leiderdorp
Lezing door kunsthistoricus Martijn Pieters

Pracht en praal onder de Bourgondische hertogen (1364-1419)
Een kennismaking met de kunst van rond 1400.

Door de schenking van het hertogdom Bourgondië aan de Franse koningszoon Philips de Stoute werd er een nieuwe dynastie gesticht, die na de dood van Karel de Stoute in 1477 in het Habsburgse Rijk zou opgaan. De hertogen omringden zich met een ongekende pracht en praal, die hun status moest onderbouwen. Verluchte handschriften, juwelen, reliekhouders, gesneden en geschilderde altaarstukken vonden hun weg naar het

Bourgondische hof en naar de door hen begunstigde kloosters en kerken. Vooral het mecenaat van de eerste twee hertogen, Philips de Stoute (1342-1404) en zijn zoon Johan zonder Vrees (1371-1419) is goed gedocumenteerd door de stichting van de Chartreuse de Champmol bij Dijon. Hofkunstenaars, Jean de zorgden met hun vaardigheden voor grote veranderingen en vernieuwingen in de kunst, zoals dat nu nog te zien is in de beroemde pleurants (rouwfiguren) van de hertogelijke graftombes in het museum in Dijon. Ook het portaal van Champmol en de profeten van de Mozesput aldaar behoren tot de beste werken van rond 1400, waarin een tot dan toe ongekend realisme weergegeven werd.

 

Martijn Pieters (*1972) studeerde en doceerde kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam, waar hij zich specialiseerde in de kunst der Middeleeuwen, in het bijzonder de schilderkunst van de Vlaamse primitieven en de wandschilderingen uit de late Middeleeuwen. Als zelfstandig kunsthistoricus geeft hij al jarenlang voor uiteenlopende groepen lezingen, cursussen en rondleidingen over algemene en specialistische onderwerpen uit de kunstgeschiedenis, in het bijzonder die van de Middeleeuwen. Daarnaast heeft hij een ruime ervaring in het begeleiden en ontwikkelen van kunst- en cultuurhistorische reizen, die naar vele uiteenlopende plaatsen en gebieden in Duitsland en recentelijk ook naar Bourgondië in Frankrijk leiden.

Onderschriften bij de afbeeldingen:

  1. Claus Sluter en Claus de Werve, Mozesput, 1395-1404, Dijon, Chartreuse de Champmol
  2. Claus van der Werve, Pleurant voor het grafmonument van Filips de Stoute, 1384-1410, albast, h: 41 cm, Dijon, Musée des Beaux-Arts

 


Frans Hals

Dinsdag 12 maart 2024, 20.00 uur 
Scheppingskerk, Van Poelgeestlaan 2, Leiderdorp
Lezing door Krzysztof Dobrowolski-Onclin

Frans Hals, synoniem van de rake, losse toets en de gulle lach

Eigenlijk behoeft Frans Hals weinig introductie. Hij liet een groot oeuvre na, zijn werk is in vooraanstaande Nederlandse collecties te vinden en hij stond op het biljet van tien gulden. De meeste mensen denken bij de naam Frans Hals bovendien al snel aan zijn stijl: losse streken met het penseel en rozige, lachende gezichten.

Frans Hals werd in 1582 geboren in Antwerpen, maar na de val van de stad voor de koningsgezinde troepen, kwam het gezin in Haarlem. Daar werd Frans Hals in 1610 lid van het gilde en specialiseerde zich in portretten. Voor Haarlemse schutterijen maakte hij meerdere groepsportretten, maar hij schilderde ook regenten, echtelieden en anonieme mensen (zgn. tronies). Toen hij in 1666 overleed, was hij een bekende man. Hij had met zijn stijl meerdere collega’s beïnvloed en zelfs postuum zou zijn roem een lang leven beschoren zijn. De losse schilderstijl en de soms ongedwongen composities vielen namelijk in de smaak bij de negentiende-eeuwse impressionisten.

Het Rijksmuseum toont tussen 16 februari en 9 juni zo’n 50 werken van Frans Hals, waarvan het grootste deel bruiklenen uit andere collecties zijn. In deze lezing leidt Krzysztof Dobrowolski-Onclin het leven en het oeuvre van Frans Hals bij u in en haalt ook schilderijen aan die niet op de tentoonstelling hangen. Bovendien laat hij werk zien van Hals’ collega’s, zoals Adriaen Brouwer, Judith Leyster en Johannes Verspronck.

 

Krzysztof Dobrowolski-Onclin is cum laude afgestudeerd in de kunstgeschiedenis en Franse letterkunde en heeft aan de universiteiten van Amsterdam, Parijs en Krakau gestudeerd. Sinds 2006 geeft hij cursussen en lezingen over kunstgeschiedenis zonder zich tot een specialisme of een onderwerp te beperken. Hij is vrijwilliger bij het COC Amsterdam en werd in 2019 benoemd tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau.

 


2014 00 Kunstkring Zwart

Lezing 13 februari 2024

Lezing 13 februari 2024, 20.00 uur

Scheppingskerk, Van Poelgeestlaan 2, Leiderdorp

Spreker nog niet bekend

Informatie volgt


De oorsprong van het westerse theater

Dinsdag 9 januari 2024, 20.00 uur
Scheppingskerk, Van Poelgeestlaan 2, Leiderdorp
Lezing door Bart Vieveen

De oorsprong van het westerse theater

 

We weten niet precies wanneer, maar wel waar we de eerste vormen van westers theater kunnen situeren. Uit het oude Griekenland komt de term  ‘theatron’,  wat letterlijk ‘plaats om te kijken’ betekent. Bij theater gaat het om het vertolken van fictieve personages door een groep mensen, terwijl een andere groep toekijkt. Volgens Aristoteles (384-322 v.Chr.) ontstaat vanuit de religieuze rituele Dionysos-verering een theatertraditie die nog steeds doorklinkt in het moderne toneel.

In deze geïllustreerde lezing neemt Bart Vieveen u mee naar de wereld van de oude Grieken en Romeinen waarin de eerste bloedstollende tragedies geschreven werden, die tot op de dag van vandaag nog steeds met veel succes worden opgevoerd. We gaan terug in de tijd naar de eerste opvoeringen van de Oresteia van Aischylos, Antigone en de Oedipus-drama’s van Sophokles en Medea van Euripides  in het Dionysostheater aan de voet van de Akropolis in Athene. Daarnaast bekijken we ook hoe moderne theatermakers deze teksten op volledig eigen manier vormgeven.

 

Bart Vieveen studeerde Nederlands en Theaterwetenschap aan de Leidse Universiteit en promoveerde in 2019 in de literatuur- film en theaterwetenschap met de dissertatie De ontvoogding van de tragische held. Hij werkte bij het RO-theater en was rector/bestuurder van het Stedelijk Gymnasium Leiden. Sinds 2021 is hij freelance auteur, regisseur en dramaturg en geeft lezingen en colleges op het gebied van literatuur en theater.

 

 

foto bovenaan tekst: Dionysos collectie RMO
foto in tekst: Antigone en Polyneikos in Sophokles Antigone

 

 

 


Muzikale Meesterstukken

Dinsdag 12 december 2023, 20.00 uur, Scheppingskerk, Van Poelgeestlaan 2, Leiderdorp

Lezing door Cora Voogt-Hildering, Docent muziekgeschiedenis en Kunsthistorica

Muzikale Meesterstukken

Iedereen heeft wel eens een afbeelding van Orpheus gezien met een lyra onder zijn arm of Apollo met een harp-achtig instrument, een zogenaamde kithara, in zijn handen. Op schilderijen uit de Renaissance en de Barok zien we vaak musicerende vrouwen afgebeeld op allerlei instrumenten. Op vanitas-schilderijen zien we ook vaak een muziekinstrument afgebeeld, maar wat voor functie hadden deze instrumenten? Hoe klinken ze en wat voor muziek speelden die personen?

Muzikale symbolen en allegorieën en muzikale klanken gaan vaak hand in hand met de grote thema’s uit de klassieke mythologie. Ook in religieuze schilderijen geven zij een speciale boodschap af, zoals de kracht om te genezen of om een boodschap van harmonie en eenheid uit te beelden.

In de lezing “Muzikale Meesterstukken!” gaan we kijken én luisteren naar de instrumenten die op  schilderijen door de eeuwen heen zijn afgebeeld. Van lyra tot hurdy-gurdy en van panfluit tot virginaal. Een lezing met een lust voor het oog én het oor!

Dick van Baburen, Het Concert, 1621, Hermitage, St. Petersburg

 

Cora Voogt-Hildering – Docent muziekgeschiedenis en Kunsthistorica

Muziek en beeldende kunst is een wonderschone combinatie. Na haar studie aan het Koninklijk Conservatorium te Den haag is Cora Voogt eerst muziek- en vioolles gaan geven. In 2007 is zij begonnen met haar studie Kunstgeschiedenis aan de Universiteit Leiden. Zij heeft tijdens haar studie altijd  geprobeerd de link tussen muziek en beeldende kunst te leggen. En dat is altijd gelukt!

Bij de oorsprong van de kunst bestudeerde zij tevens de oorsprong van de muziek. Bij de colleges over islamitische kunst zocht zij naar de betekenis van de muziek in die religie. De kapitelen van Cluny hebben ook een speciale rol gespeeld tijdens haar studie en haar eindscriptie ging over de fuga, maar dan in de schilderkunst. Zij maakt dan ook gebruik van haar expertise in deze twee vakgebieden.

Foto in de balk: Victoria en zijn 9 Muzes, ca. 1580, Victoria & Albertmuseum, Londen